Waarom de Markthal gewoon een chique vreetkeet is / by Ioana Biris

Onder de karakteristieke boog met het prachtige kunstwerk met groenten, fruit en bloemen is de ware hoorn des overvloeds van de Markthal het aanbod van pasta- en vleesgerechten, glazen wijn, pizza’s, koffie, ijs, broodjes haring, hamburgers en patat. In het meest gefotografeerde winkelcentrum van Nederland geeft de meerderheid van de miljoenen bezoekers zijn geld hieraan uit. De meeste Rotterdammers, die wel apetrots zijn op ‘hun’ Markthal, gebruiken een bezoek niet als aanleiding om de marktkramen met het dagverse aanbod lekker te spekken. Ze komen voor de Appie, Aziatische supermarkt en Jamie’s Italian. En als ze verse groenten, fruit, bloemen, vis of vlees willen, die bovendien gunstiger geprijsd zijn, gaan ze op woensdag of zaterdag wel naar de markt voor de deur.

Koopkathedraal
Klépierre, dat de Markthal met alle sores van dien runt als een winkelcentrum, houdt voorlopig vast aan het oorspronkelijke idee van een ambachtelijke versmarkt. Daar zullen ongetwijfeld juridische redenen voor zijn, want ontwikkelaar Provast ruikt bloed en komt ongetwijfeld met een nieuwe schadeclaim als het concept wordt losgelaten. Stiekem weten de Fransen heel goed dat de koopkathedraal gewoon het beste functioneert als overdekte horeca- of foodhal. Je hoeft de berichten in de media er maar op na te slaan om te weten dat het aanbod aan dagverse marktproducten hard achteruit holt, terwijl de stands met delicatessen, horeca en snacks floreren. De populariteit van de Markthal onder de buitenlandse toeristen en dagjesmensen is af te lezen aan de toeloop voor het ieniemieniestandje van frietkoning Bram Ladage. De meest succesvolle kraamhouder van de Markthal draait gemiddeld dagelijks 35 duizend euro aan omzet per vierkante meter. 

Een experiment
Twee jaar geleden schreef ik, net als velen met mij, vol lof over de Markthal. Ik gaf toen wel aan dat het concept qua invulling op twee gedachten hinkte: ‘Het concept wil zowel Rotterdammers, de dagjesmensen als de buitenlandse toeristen bedienen'. Ik zou zeker oppassen om die laatste doelgroep het te veel naar de zin te maken. Tegelijkertijd besef je dat het geen standaard markthal is zoals je die in het buitenland vindt. Het is in alles een groot marketingconcept. Het voordeel is dat je met een dergelijk vastomlijnd idee kunt werken aan een goede branchering en de kwaliteit van de huurders op een hoog niveau houdt. Een winkelcentrumeigenaar verzorgt de exploitatie die nooit eerder huurders heeft gezocht voor een vergelijkbaar concept. 'Dus de Markthal is één groot experiment', luidde mijn conclusie.

Twee jaar en vier maanden later kunnen we stellen dat het experiment niet is geslaagd. Rotterdam is wel een icoon rijker die de stad in het buitenland op de kaart heeft gezet als bestemming. De naam Markthal zal niet wijzigen, maar ondertussen kun je wel het concept zodanig aanpassen dat ondernemers een normale boterham kunnen verdienen, in plaats van ze uit te knijpen met torenhoge servicekosten. Dat leidt tot een nieuwe mix van vaste huurders in de plint in combinatie met een wisselend aanbod op de vloer aan foodstands uit bijvoorbeeld alle nationaliteiten die Rotterdam rijk is. Behoud alleen die verswinkeliers die echt waarde toevoegen en serieus geld verdienen. Daarvoor moet de eigenaar het wel aandurven om de exploitatie van de kleine stands (de voormalige marktkramen) uit te besteden aan een partij die er echt verstand van heeft.